Mikrefoon

  • door Marco Martens | docent Kort Rotterdams

Mijn dochter van bijna zes maakt een verlanglijstje voor haar verjaardag. Bovenaan staat een mikrefoon. De betekenis van dat woord leerde ze kennen tijdens een kinderliedjeskaraokesessie bij een buurmeisje. Het tweede woord op het lijstje kan ik niet plaatsen, en het bij het derde woord wordt per letter de inkt vager. Op de vierde regel schrijft ze in een andere kleur: niwe stivte.

Soms vraagt ze hoe je een woord schrijft, maar vaker kijkt ze hoe ver ze zelf komt. Met grote ogen laat ze me zien wat ze geschreven heeft – eerst zat het in haar hoofd en nu bestaat het! Ik denk dan terug aan mijn docent Nederlands op de HAVO, die me steevast op de spellingsfouten wees. Ik kreeg de regeltjes aardig onder de knie, maar verstond bovenal dat mijn gedachten en ideeën er pas wat waard zijn als ze foutloos zijn geschreven. Ik nam nog enkel de veilige route met woorden die ik kende en liet mijn werk alleen zien als daar expliciet om gevraagd werd.

Ik zie ‘m vaker terug in mijn schrijflessen op middelbare scholen, die rode pen die over de schouders meekijkt. Die rode pen die zo verstikkend werkt. Het schuilen in de schulp, wat niet alleen aan hun puberteit is toe te schrijven. Het is een manier van denken die ingesleten zit bij onze leerlingen: straks doe ik het fout. Want als het niet spelling of zinsbouw zijn waarover onze scholieren zich druk maken, zit hun angst ‘m in het delen van wat zij hebben bedacht.

Schrijflessen geven is het onschadelijk maken van die rode pen

Marco Martens

Al twintig jaar hoor ik leerlingen zeggen dat schrijven stom is, om ze achteraf trots te zien tonen wat ze maakten. Schrijflessen geven is het onschadelijk maken van die rode pen. Angst wegnemen, plezier aanwakkeren en af en toe de weg wijzen. Het resultaat is heus niet altijd goed – en dat geeft niet. Geen klas van dertig leerlingen zal uit louter toekomstige dichters en romanciers bestaan. Laat ze zomaar eens een ander zijn. Laat die brave meid gewoon eens in de huid van een dictator kruipen, laat die lieve jongen zich eens koning van de wereld wanen. Vertel ze niet dat je ‘Ferrari’ met een hoofdletter schrijft, maar vraag ze wat ze nog meer kunnen bedenken. Ontvlam hun fantasie, want wij hebben daar soms een tekort aan.

Er was een leerling die schreef over een wereld waarin waarde niet in geld werd uitgedrukt. Oorlogen en armoede bestonden niet, ons welzijn stond voorop. Ze schreef een wereld die ver van de onze vandaan staat, maar het begint ermee het voor je te zien. En natuurlijk komen daarin ook de taalregels van pas. Als schrijver weet ik: de taal schept onze wereld. Het is de verbeelding die ons verder brengt, én dichter bij onszelf. Als het hart eenmaal geroerd is, volgt het hoofd vanzelf. Laat dus onze leerlingen de wereld schrijven. Corrigeer ze niet, maar geef ze juist een mikrefoon.

Delen op facebook
Delen op twitter
Delen op linkedin
Delen op whatsapp
Delen op email